De kalksteenrotsen van de Calestienne zijn het toneel van prachtige geologische fenomenen, zowel bovengronds als ondergronds. Het water slaagde erin om op sommige plaatsen door de rotslagen te sijpelen zodat er grotten werden gevormd, die ooit door mensen werden bewoond.
Dit was het geval voor de Verlainegrot waar menselijke sporen werden gevonden die zo’n 14000 jaar oud zijn. Vandaag is de grot een schuilplaats voor zeldzame diersoorten zoals vleermuizen, dassen, vossen, spinnen en vlinders.
Nog een ander geologisch fenomeen dat u zeker niet mag missen in Durbuy is de anticlinaal, beschreven door Jean-Baptiste d’Omalius d’Halloy, de grondlegger van de moderne geologie. De anticlinaal van Durbuy bestaat uit verschillende kalklagen die door druk omhoog werden gestuwd en een omgekeerde U vormen.
D’Omalius d’Halloy was een buitengewone man, geboren in Luik in 1783 in een familie van juristen. Op zijn 18e volgde hij in Parijs les bij de grote professoren van het Museum d’Histoire naturelle: Cuvier, Haüy en Lamarck. Hij werd aangesteld om een mineralogische kaart op te maken van het Franse imperium. Tussen 1804 en 1813 legde hij te voet zo’n 25.000 km af doorheen het Franse rijk. Naast het feit dat hij een grote wetenschapper en grondlegger van de volkenkunde in België was, wachtte hem ook een briljante politieke carrière. In 1815 benoemde Willem van Oranje hem tot gouverneur van Namen. Van 1851 tot 1870 was hij senator en hij stierf in 1875.